Moppentrommel

'
Week 2
"Ga je mee voetballen?" vraagt Jan aan zijn vriendje. "Ja, maar pas over vijf minuten. Ik moet eerst nog mijn huiswerk maken, mijn kamer opruimen en de auto van mijn vader wassen."

Week 1
Vraag: Het vliegt en het is verlegen? Antwoord: een roodblosje.

Week 52
"Ik geef nooit op." zegt een optimistische golfer die zijn kwijtgeraakte balletje zoekt. "De bal is waarschijnlijk waar we hem het minst verwachten." "Dat kan zijn," zegt zijn caddie, "zal ik dan maar in de hole kijken?"

Week 51
Peter zit op school en vraagt zijn leraar Engels: "Waarom moet ik eigenlijk Engels leren?" Leraar: "De halve wereld spreekt Engels, jongen." Waarop Peter weer zegt: "Is dat dan niet genoeg?"

Week 50
Drie mensen houden een wedstrijd wie het hoogst over een muurtje kan springen. De eerste springt net over het muurtje. De tweede springt er met gemak overheen. En de derde springt tegen de muur. Wie sprong het hoogst? De derde, want die zag sterretjes!

Week 49
De juffrouw op school vraagt aan Marietje wat ze later wil worden. "Ik wil mannequin worden," zegt Marietje. "Maar als je daar nou te lelijk voor bent?" vraagt de juffrouw. Zegt het meisje: "Dan kan ik altijd nog schooljuf worden."

Week 48
"Mag ik tien kilo aardappels van u?" vraagt een man aan de groenteboer. "Maar niet van die grote hoor, want ik mag niet te zwaar tillen van de dokter."

Week 48
Rechter: "Bent u de man die een auto gestolen heeft?" Verdachte: "Ik? Nee hoor, voelt u mijn zakken maar na!"

Week 47
Marlies en Klaartje praten over hun toekomst. "Mijn grote droom is een miljoen per maand te verdienen. Net als mijn vader," vertelt Marlies. "Wat?"' roept Klaartje uit. "Verdient jouw vader een miljoen per maand?" "Nee, maar hij droomt er wel van!"

Week 46
Vraag: welk dier is beroemd onder water? Antwoord: een zeester.

Week45
Twee bananen zijn aan het voetballen. De een zegt: "Ik ben een beetje bang." "Waarom?" vraagt de ander. "Als we winnen, moeten we het Wilhelmus zingen… en dan moeten we rechtop staan!"


Week 44
Reiziger: "Goedemorgen! Mag ik een retourtje?" Lokettist: "Zeker meneer, waar naartoe?" Reiziger: "Wat een domme vraag, weer hier naartoe natuurlijk!"


Week 43
"Ik vind het vreselijk als mensen hun neus in mijn zaken steken," zegt een zakenman. "Ik niet, integendeel zelfs," zegt een andere. "Hoezo dan?" "Ik verkoop zakdoeken."

Week 42
Meester: "Casper! Je hebt maar liefst 35 fouten in je taalles! En weet je wat zo gek is? Jouw buurman heeft precies dezelfde fouten! Hoe zou dat toch komen?" Casper: "Ik denk omdat we dezelfde meester hebben!"

Week 41
Vrouw tegen haar man: "Waarom drink je toch zo veel?" Man: "Maar schat, ik kan er niets aan doen. Het is een kwestie van gewoonte. Ik ben nu eenmaal met de fles grootgebracht."

Week 40
Een meisje vraagt aan een goochelaar: "Waar is toch dat meisje dat u vorig jaar heeft doorgezaagd?" "Oh," zegt de tovenaar, "dat is verhuisd. Ze woont nu in Amsterdam en in Eindhoven."

Week 39
Er komt een dief thuis van zijn werk en die zegt tegen zijn vrouw: "Sorry schat. Ik heb geen bloemen meegebracht, want de winkel was nog open."

Week 38
Peter vraagt aan Bobby: "Heeft jouw hond ook een stamboom?" "Nee," zegt Bobby, "mijn hond plast tegen álle bomen."

Week 37
Op de klachten van de gast reageert de kok: "U beweert dus dat u aan de tanden de leeftijd van een kip kunt bepalen?" De gast knikt instemmend. "Kippen hébben geen tanden," zegt de kok triomfantelijk. Gast: "Maar ik wel..."

Week 36
Vraag: Wat voor kleren draagt een clown? Antwoord: Een lolbroek en een grapjas!

Week 35
Er zitten twee papegaaien in een kooi. Vraagt de een aan de ander: "Kun jij praten?" Zegt de andere: "Nee."

Week 34
Een man en een vrouw lopen in een museum. "Jan, moet je kijken was een afgrijselijk schilderij!" Zegt de man: "Miep, zet je bril op en kom voor die spiegel vandaan!"

Week 33
"Wat is het verschil tussen een koe en een brievenbus?" "Geen idee." "Echt niet? Nou dan kun je later beter geen postbode worden."

Week 32
Twee oenen zitten op een bank in het park. De een heeft een kluwen wol in zijn hand die hij steeds maar omdraait. "Wat doe je toch," vraagt de ander. "Ik zoek het uiteinde." "Dan kun je eeuwen blijven zoeken, want dat heb ik er toevalig net afgeknipt!"

Week 31
Twee koeien zitten in bad. Zegt de ene koe tegen de andere: "Die zeep is ook niet goed, ik krijg niet eens die vlekken eraf!"

Week 30
De onderwijzer heeft het over vliegende vissen. "Heeft iemand van jullie die ooit gezien," vraagt hij? "Ja, ik," roept Ernst, "op de markt, toen twee vishandelaren ruzie hadden!"

Week 29
Zitten twee oenen op een tandem. Zegt de ene: "Tring! Tring! Ik ga je lekker inhalen!"

Week 28
Een agent loopt langs een huis, en ziet dat een meisje niet bij de bel kan. Hij loopt naar het meisje toe en belt aan. Dan zegt het meisje: "Bedankt, nu moeten we heel hard wegrennen!"

Week 27
Er is een oen voor het eerst in Amerika. Dan komt hij een man tegen, die zijn jas openddoet en zegt: "FBI!". Dan doet de oen zijn jas open en zegt: "C&A!"

Week 26
Jan en Klaartje gaan naar een heel chique restaurant. Dan moet Jan opeens heel nodig plassen en hij vraagt aan de ober waar het toilet is. Zegt de ober: "Die is momenteel verstopt, meneer. Excuus!" Waarop Jan zegt: "Oh, maakt u zich maar geen zorgen, ik heb hem zo gevonden hoor!"

Week 25
Een man ligt op de stoel bij de tandarts. De tandarts kijkt in zijn mond en ziet een enorme rotte kies. De tandarts zegt: "Wat een gat, wat een gat, wat een gat." De patiënt vraagt: "Waarom zegt u dat nou drie keer?" Zegt de tandarts: "Dat deed ik niet. Dat was de echo."

Week 24
Er staat een oen voor een koekoeksklok. Zegt de klok: "Koekoek, koekoek, koekoek, koekoek!" Zegt de oen: "Ik weet heus wel dat het 1 uur is hoor! Dat hoef je me niet vier keer te vertellen!"

Week 23
Een vrouw komt met klachten bij de oogarts. Deze laat haar de letterkaart lezen. Waarop de vrouw zegt: "Kunt u het mij voorlezen, dokter. Ik zie namelijk zo slecht."

Week 22
Hansje komt bij de kassa en gaat gelijk vooraan staan. Zegt de cassière: "Ga eens achteraan staan, jij!" Antwoordt Hansje: "Dat gaat niet mevrouw, want daar staan al mensen."

Week 21
Er zitten 3 mensen op een eiland. Komt er opeens een geest aan, die zegt: "Wens iets en het zal uitkomen!" De ene man zegt: "Ik wens dat ik weer thuis ben!" De andere man wenst hetzelfde. De derde zegt: "Het is hier zo saai. Ik wens dat ze weer terug zijn!"

Week 20
Er zitten 2 vliegen op een drol. Zegt de ene vlieg: "Ik heb nog een mop." Zegt de ander: "Als het maar geen vieze is, ik zit net te eten!"

Week 19
Twee vissen zwemmen in een riviertje. Dan begint het te regenen. Zegt de ene vis tegen de andere: "Kom, laten we onder die brug gaan schuilen. Dan worden we niet zo nat."

Week 18
Jantje komt thuis en zegt: "Moeder, ik ben van een ladder van 10 meter gevallen!" Moeder: "Oh, Jantje! Heb je je pijn gedaan?" "Nee hoor, ik ben van de onderste tree gevallen!"

Week 17
Een passagiersschip vaart voorbij een klein eilandje. Daarop staat een man in gescheurde kleren op en neer te springen en met zijn armen te zwaaien. De kapitein zwaait terug en zegt tegen de passagier die naast hem staat: "Dat is werkelijk de vriendelijkste man die ik ken. Telkens als we hier voorbijvaren, wuift hij naar ons."

Week 16
Pietje belt naar de slager: "Heeft u zwijnenpoten, een zwijnenneus en een runderbuik?" "Ja, dat heb ik wel," is het antwoord. "O, als ik u was zou ik snel naar een plastische chirurg gaan!"

Week 15
Twee parkieten zitten in een kooi te zweten. Vraagt de ene parkiet aan de andere: "Kun je iets bedenken om af te koelen?" Waarop de andere parkiet antwoordt: "Zal ik de kooi open zetten?"

Week 14
Jantje en z'n moeder lopen langs een balletschool. Vraagt Jantje: "Waarom lopen die meisjes allemaal op hun tenen? Hadden ze geen langere meisjes kunnen nemen?"

Week 13
Meisje tegen haar moeder: "Kan een papegaai echt 100 jaar oud worden?" "Ja, zegt haar moeder. "Wordt hij dan een opagaai?"

Week12
Een politieagent loopt door een straat en ziet een klein meisje dat niet bij de bel kan. Behulpzaam als hij is helpt hij haar en drukt op de bel. Waarop het meisje zegt: "Bedankt! En nu moeten we heel hard wegrennen!"

Week 11
De juffrouw op school vraagt aan Marietje wat ze later wil worden. "Ik wil mannequin worden," zegt Marietje. "Maar als je daar nou te lelijk voor bent?" vraagt de juffrouw. Zegt het meisje: "Dan kan ik altijd nog schooljuf worden."

Week 10
Een oen wordt midden in de nacht opgebeld. Hij neemt op en na een tijdje schreeuwt hij: "Hoe moet ik dat nou weten? Dat is hier 100 kilometer vandaan!" Nadat hij de hoorn weer heeft neergelegd, vraagt zijn vrouw: "Wie was dat?" "Oh, iemand die wilde weten of de kust veilig was!"
Week 9
Hoe kan je een oen eindeloos bezighouden? Je moet hem in een ronde kamer laten en zeggen: "In de hoek ligt een reep chocolade!"

Week 8
Een man komt thuis met een knoop in zijn zakdoek. Zijn vrouw vraagt: "Waarom heb je een knoop in je zakdoek?" Man: "Ik moet niet vergeten de knoop uit mijn zakdoek te halen!"
Week 7
Een banaan kijkt toe hoe zijn vriend een kuil graaft voor een zwembad. De vriend vraagt: "Waarom graaf je niet mee?" Waarop de andere banaan antwoordt: "Daar krijg ik een kromme rug van!"

Week 6
Mevrouw de Bok woont naast een bijenhouder. Op een dag belt ze bij hem aan en zegt boos: "Eén van uw bijen heeft mij gestoken." Waarop de bijenhouder geruststellend lacht en zegt: "Wijst u maar aan welke, mevrouw, dan zal ik hem straffen."

Week 5
Een oud vrouwtje zit te vissen bij de sloot. Een man vraagt wat zij doet. "Ik probeer mijn toffee op te vissen, die in het water is gevallen." "U mag wel een nieuwe van mij hebben," zegt de man vriendelijk. "Nee dank u," zegt het vrouwtje, "mijn kunstgebit zit nog aan die toffee vast!"

Week 4
Jantje en Truusje moeten van moeder boodschappen doen. Terwijl Jantje de supermarkt in loopt, gaat truusje bij de speelgoedwinkel kijken. Als Jantje klaar is met boodschappen gaat hij naar huis. Daar vraagt zijn moeder: "Waar is je zusje? Heb je haar niet meegenomen?" Zegt Jantje: Natuurlijk niet! Zij stond niet op de lijst!"

Week 3
Twee kikkers zitten in de achtbaan. Zegt de een tegen de ander: "Ben je misselijk?" "Nee, hoezo?" "Nou, je ziet nogal groen!"

Week 2
Jantje gaat met zijn moeder naar de slager en krijgt een plakje worst. Zegt zijn moeder: "En wat zeg je dan tegen die meneer?" Antwoordt Jantje: "Mag ik er nog een?"

Week 1
Een man en een vrouw lopen in een museum. "Jan, moet je kijken was een afgrijselijk schilderij!" Zegt de man: "Miep, zet je bril op en kom voor die spiegel vandaan!"

Week 53 2009
Twee mensen liggen te zonnen op het strand. Dan komt de badmeester uit het water. Zegt de ene tegen de andere: "Die badmeester let wel heel goed op!" "Ja," zegt de andere, "hij redt zelfs vissen uit het water!"

Week 52 2009
Er was een vrouw bij de dokter. Ze zei: "Dokter, ik heb al 7 weken last van mijn been." Dokter: "Ja dat komt door de ouderdom." Vrouw: "Maar dat kan niet, want mijn andere been doet geen pijn en dat is even oud!"

Week51 2009
Als de dierenopzichter 's ochtends bij de dierentuin komt, spreekt zijn baas hem woedend toe: "Je bent gisteren vergeten de deur van de leeuwenkooi dicht te doen!" Zegt de opzichter: "Dat maakt toch niet uit? Wie steelt er nou een wilde leeuw?"

Week 50 2009
Jantjes vader is bijna jarig. "Mam," zegt hij, "ik heb zo veel cadeautjes voor papa gekocht dat hij ze niet eens allemaal tegelijk kan dragen." Moeder: "Oh, wat heb je dan gekocht?" Jantje: "Twee stropdassen."

Week 49 2009
Jantje tegen Keesje: "Weet jij het verschil tussen een koe en een brievenbus?" Keesje: "Nee?" Jantje: "Dan kun je beter geen postbode worden!"

Week 48 2009
Marlies en Klaartje praten over hun toekomst. "Mijn grote droom is een miljoen per maand te verdienen. Net als mijn vader," vertelt Marlies. "Wat?" roept Klaartje uit. "Verdient jouw vader een miljoen per maand?" "Nee, maar hij droomt er wel van!"

Week 47 2009
Drie kinderen komen elkaar tegen en beginnen over hun moeders te praten. Het eerste kind zegt: "Mijn moeder is als een sportwagen. Ze is mooi en elegant." Het tweede kind zegt: "Mijn moeder is als een jeep. Ze is stoer en snel." Het derde kind zegt: "Mijn moeder is als een ziekenwagen. Ze zegt altijd: 'Doe-dit! Doe-dat'!"

Week 46 2009
Jan en Piet zitten samen in een café. Jan roept: "Een rondje van IKKE!" Zegt Piet: "Nee, dat moet zijn, een rondje van mij!" Antwoordt Jan: "Ook goed!"

Week 45 2009
Alle kinderen in de klas moeten tekenen. Komt de meester bij Jantje langs. "Waarom heb jij niks getekend?" "Dit is een koe in de wei, meester!" "Waar is het gras dan," vraagt de meester? "Dat heeft de koe opgegeten," antwoordt Jantje. "En waar is de koe dan?" "Denk je nou echt dat een koe in een weiland blijft staan waar geen gras is?"
'